De energietransitie
Van fossiel naar hernieuwbaar...
De energietransitie is de overgang van een systeem waarin we gebruik maken van energie uit fossiele brandstoffen naar een systeem gebaseerd op duurzame bronnen. We stappen over van kolen, aardolie en aardgas naar zon, wind en waterkracht. Die duurzame bronnen noemen we ook wel hernieuwbaar. Zon en wind raken niet op, deze energiebronnen worden constant aangevuld. In tegenstelling tot de fossiele bronnen, die op een gegeven moment uitgeput zijn. Maar los van de beschikbaarheid, is er een nog veel groter probleem met fossiele energie.
Bij het gebruik van fossiele brandstoffen komt namelijk CO2 vrij. Heel veel meer CO2 dan onze atmosfeer aankan. Dat zorgt ervoor dat de temperatuur op aarde in rap tempo stijgt. Die opwarming heeft desastreuze gevolgen voor de ecosystemen die nodig zijn om onze planeet leefbaar te houden. Wetenschappers zijn het daar unaniem over eens. Dat bevestigt ook het meest recente IPCC rapport, een uitgebreid en toonaangevend onderzoeksrapport vanuit het VN Klimaatpanel. Sterker nog, daaruit blijkt dat de urgentie om snel in te grijpen nog groter is dan tot nu toe werd gedacht.
Reden genoeg om te stoppen met fossiele brandstoffen. En dat kan!
Er is alleen wel tempo nodig. Het doel is namelijk om 95% minder broeikasgassen uit te stoten in 2050. Dat hebben we vastgelegd in het klimaatakkoord. En zoals we er nu voor staan, halen we dat niet.
Een eerste belangrijke stap is simpelweg meer duurzame energie opwekken. De technieken voor zonne- en windenergie zijn gelukkig breed beschikbaar. En ze zijn nog eens financieel lucratief ook. Het is dus duidelijk wat ons te doen staat: onze daken volleggen met zonnepanelen, zonneparken aanleggen op grond die dubbel gebruikt kan worden (denk aan carports en geluidswallen) en windmolens bouwen op zee en op land.
Oude systemen houden de energietransitie tegen
Met alleen het opschalen van het aanbod van duurzame energie zijn we er nog niet. De energietransitie gaat namelijk niet alleen over het switchen van energiebron. En dat heeft alles te maken met het feit dat de randvoorwaarden voor ons energiesysteem zijn gebaseerd op de eigenschappen van grijze stroom. Dat aanbod is namelijk beïnvloedbaar, maakbaar. Als we meer energie nodig hebben, kunnen de kolen- en gascentrales hun productie opschroeven. En als we minder nodig hebben, kunnen ze weer afschakelen. Het is een vraaggestuurd systeem.
Groene stroom is daarin wezenlijk anders. Die is afhankelijk van de momenten waarop de zon schijnt en de wind waait. Het is wisselvallig, ook wel ‘volatiel’. We kunnen de piek- en dalmomenten van productie dus niet beïnvloeden.
De infrastructuur voor onze energie is niet gebouwd om met deze wisselvalligheid om te gaan. Ons netwerk kan continue, voorspelbare energiestromen transporteren. Maar als de zon ineens flink schijnt en er dus meer groene energie het net op stroomt, kan ons net dat niet aan. We hebben het dan over netcongestie. Netcongestie maakt het lastiger om nieuwe opwek te realiseren. Je leest daar alles over in dit artikel.
Maar ook de manier waarop we handelen in energie is niet meer toereikend. Groene stroomprijzen worden namelijk sterk bepaald door de waarde die we aan fossiele energie hangen. Door allerlei geopolitieke ontwikkelingen zijn de gasprijzen explosief gestegen. Hoewel gas slechts één van de bronnen is waarmee we elektriciteit opwekken, zorgen de hoge gasprijzen ervoor dat álle stroom duur is. Voor afnemers van groene stroom is dat onbegrijpelijk. Je kiest bewust voor groene stroom, maar moet alsnog de prijs van vervuilende grijze stroom betalen. Hoe dat kan? Dat komt door hoe de elektriciteitsmarkten zijn ingericht.
Hoe komen energieprijzen in de huidige markt tot stand?
Bedrijven in Nederland nemen stroom af van een energieleverancier. Deze leverancier koopt de stroom namens zijn klanten in op de Europese groothandelsmarkten. Er zijn verschillende beurzen voor de in- en verkoop van elektriciteit te onderscheiden. Hier maken inkopers van energie hun prijs- en volumeafspraken met producenten. Dat doen ze voor langere periodes op de termijnmarkt (de ENDEX). Of juist voor de korte termijn op de Day-ahead markt en Indraday markt (de EPEX). Maar overal geldt: de prijs voor elektriciteit wordt bepaald onafhankelijk van het soort stroom, groen of grijs.
De stroomprijzen komen – net als prijzen op de meeste andere handelsmarkten – tot stand door de curves voor vraag en aanbod tegen elkaar af te zetten. De aanbodcurve wordt gerangschikt met oplopende prijzen, de vraagcurve met aflopende prijzen. Het snijpunt van beide curves bepaalt de prijs, de zogenaamde “Market Clearing Price”. Alle producenten ontvangen deze uniforme prijs. De Market Clearing Prices komen per uur van de dag tot stand. En op één dag variëren deze prijzen heel sterk. De aanbodcurve hanteert namelijk de marginale prijsstelling. Dat zijn de variabele kosten van de duurste productie-installatie die nodig is om aan de vraag te voldoen.
Op het moment dat er een overvloed aan aanbod is van de voordeligere productie-installaties - en dat zijn in de huidige markt vaak de zonne- en windcentrales – ligt de uurprijs laag. Op het moment dat er meer vraag is dan (duurzaam) aanbod, worden vaak gascentrales ingezet om het verschil tussen vraag en aanbod aan te vullen. Omdat gas momenteel de duurste elektriciteitsbron is, is de elektriciteit die met gas wordt geproduceerd voor dat uur prijsbepalend. Dit maakt dat de gemiddelde dagprijzen momenteel torenhoog. En dat wordt rechtstreeks doorbelast aan de afnemers.
Nieuwe tijden vragen om een nieuwe energiemarkt
De huidige groothandelsmarkten zijn ruim 20 jaar geleden ontworpen. Toen was het aanbod van duurzame stroom beperkt. Inmiddels groeit dat aanbod. En belangrijker nog: die groei gaat alleen maar toenemen. Daar is in het marktontwerp geen rekening mee gehouden.
Duurzame energie wordt op een fundamenteel andere manier opgewekt. De ‘brandstof’ (zon en wind) is immers gratis. Het hoeft niet te worden ingekocht op een andere markt, zoals bij gas- en koolgestookte elektriciteit het geval is. De huidige hoge prijzen reflecteren daarmee niet de productiekosten van zon en windenergie. Lage energieprijzen reflecteren aan de andere kant juist niet de impact van kool, gas en nucleair opgewekte elektriciteit. Hernieuwbare elektriciteit is dus in feite een ander product dan fossiele elektriciteit. En een ander product vraagt om een andere markt. Eén met eerlijke prijzen, voor zowel producent als consument.
Groendus heeft daarom een alternatieve markt ontwikkeld voor alléén groene stroom: De Energiemarktplaats. Daar wordt de prijs van groene stroom niet langer bepaald door de kosten van fossiele brandstoffen. En weet je zeker dat je écht groene stroom krijgt. Niet vergroend met GvO’s, maar rechtstreeks van een duurzame producent.
Meer weten of de Groendus Energiemarktplaats?
Lees hier verder. Of neem contact met ons op. Wij vertellen je er graag meer over!