De aftrap kwam van Hans Bolscher, voorzitter van de BEL-groep. “Er gebeurt veel. Daarom is het belangrijk om regelmatig bij te praten,” benadrukte hij. Precies daarom organiseert de BEL-groep vier keer per jaar deze online sessies.
De eerste spreker was Itske van Lith van TenneT. Als regioregisseur voor Noord-Brabant nam zij het gezelschap mee in de complexe wereld van netcapaciteit. “De vraag naar stroom verdubbelt tot vervijfvoudigt tot 2050, de vraag neemt sneller toe dan dat wij het net kunnen uitbreiden,” zei ze, “onder meer door elektrificatie van mobiliteit, verduurzaming van de industrie en warmtepompen. Sommigen zeggen: de uitdaging is groter dan de Deltawerken.”
Om die groei te kunnen bijbenen, werkt TenneT aan het opknippen van Brabant in zes zogenoemde ‘deelnetten’. Elk deelnet krijgt zijn eigen infrastructuur, met nieuwe 380/150 kV-stations in Tilburg, Wijchen, Moerdijk en Halsteren. De planning? Er komt extra capaciteit in West- en Midden-Brabant rond 2027, in Oost-Brabant pas vanaf 2033. “En dan praten we over een verdriedubbeling van de capaciteit,” vatte Hans samen. “Richting 2036 zelfs een factor zes.”
“De opgave is groter dan de Deltawerken – maar stapje voor stapje komen we er” – Itske van Lith, TenneT
De lange doorlooptijden van 10 tot 15 jaar zijn volgens Itske vooral het gevolg van complexe planprocedures, uitgebreide locatieonderzoeken en de juridische bezwaren die regelmatig volgen zodra een locatie is gekozen. Met name de fase vóór de bouw – waarin keuzes moeten worden gemaakt, plannen worden uitgewerkt en vergunningstrajecten worden doorlopen – vergt veel tijd. De daadwerkelijke bouw neemt meestal ‘slechts’ 2 tot 4 jaar in beslag. “We hebben meer snelheid nodig in de planfase.”
Omdat structurele uitbreidingen van het net veel tijd vergen, zoeken bedrijven ondertussen naar manieren om slimmer met hun bestaande capaciteit om te gaan. Jurgen Nooren (Isover) vroeg hoe flexibel zo’n aanpak kan zijn: kun je bijvoorbeeld tijdelijk overstappen op een ander contract bij overcapaciteit?
Itske legde uit dat TenneT sinds kort werkt met tijdsduurgebonden contracten: “Aangeslotenen hebben recht op transport gedurende een vastgesteld aantal uren per jaar, minimaal 85% van de tijd. Tijdens de overige 15% kan TenneT, bijvoorbeeld bij verwachte piekmomenten, een (gedeeltelijke) beperking opleggen.” Zo’n contractvorm biedt soms uitkomst, maar onderstreept ook hoe krap de marges zijn.
Terwijl TenneT als landelijke netbeheerder de grote lijnen en zware infrastructuur voor haar rekening neemt, ligt de dagelijkse realiteit voor veel bedrijven dichter bij huis: bij Enexis. Want zelfs als er op het hoogspanningsnet ruimte komt, moet het regionale net die capaciteit ook daadwerkelijk kunnen leveren aan bedrijven.
Omar Karimian, strategisch adviseur grootzakelijk bij Enexis, liet zien hoe zijn organisatie samen met klanten zoekt naar haalbare oplossingen binnen de grenzen van vandaag. “Onderweg naar morgen moeten we vandaag al stappen zetten.” Volgens hem denken veel bedrijven nog onvoldoende strategisch na over hun energievoorziening. Terwijl juist energiemanagement een sleutelrol speelt.
De wachtlijsten blijven een lastig dossier. Enexis houdt sinds juni 2024 alleen nog een lijst bij voor bestaande aansluitingen. Nieuwe aanvragen komen pas in beeld zodra er zicht is op een netuitbreiding. “Zo voorkomen we schijnaanvragen en geven we ruimte aan serieuze plannen.”
“Onderweg naar morgen moeten we vandaag al stappen zetten.”
– Omar Karimian, Enexis
Omar lichtte een aantal ‘wachtverzachters’ toe: contractvormen als reststroom en blokstroom (voor gebruik in daluren) bieden beperkte maar waardevolle ruimte. Ook energieopslag met batterijen kan helpen, al plaatste hij daar een kanttekening bij. Grotere opslagsystemen (vanaf 1 MW) worden vaak gebruikt voor landelijke balanceringsdiensten. Zonder duidelijke afspraken kunnen batterijen onvoorspelbaar gedrag vertonen en zo juist extra druk veroorzaken op het deelnet.
Tip van Omar: “Gebruik je batterij vooral voor je eigen bedrijf, binnen je bestaande contract. Dan heb je de meeste vrijheid.”
Als een bedrijf tijdelijk capaciteit over heeft, kan die niet zomaar worden doorgegeven aan een ander. De vrijgekomen ruimte gaat eerst ‘terug omhoog’ naar TenneT. Pas nadat het daar formeel is verwerkt, kan het eventueel weer ‘naar beneden’ worden verdeeld. Een omslachtige route, die Omar treffend het ‘watervalletje’ noemde. “Complex, maar zo houden we het systeem eerlijk.”
Juist omdat het herverdelen van capaciteit zo stroperig verloopt, zoeken ondernemers en energieleveranciers naar alternatieven die wél snel uitvoerbaar zijn. Een van die oplossingen is cable pooling: het delen van één aansluiting met meerdere installaties of buren. “Als je het onderling goed regelt en het Gecontracteerd Transportvermogen (GTV) niet overschrijdt, mag het. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) gedoogt dit – mits netjes gemeld,” aldus Frank Mak, business developer bij Groendus.